Warme samenwerking nodig voor fris kraanwater

Met woningbouw en de warmtetransitie op stoom, is samenwerking in de ondergrond de komende jaren belangrijker dan ooit. De drinkwatersector maakte onlangs afspraken met Energie Nederland. Dunea verlengde deze zomer een convenant met Liander en de gemeente Leiden.

Er zijn veel uitdagingen waarbij we elkaars medewerking goed kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld er samen voor zorgen dat drinkwater fris blijft op weg naar de kraan. Nieuwe warmtenetten in de omgeving mogen geen invloed hebben op waterleidingen en het drinkwater dat erdoorheen stroomt. Dit vanwege opwarming en daarmee het risico op legionella. Dat wil je voorkomen. Dus hoe meer warmte de infra afgeeft, hoe groter de afstand tot de drinkwaterleiding moet zijn. 

Anderhalve meter 

Naar wat die afstand tussen warmte-infra en drinkwaterleidingen precies moet zijn is de afgelopen jaren wetenschappelijk onderzoek gedaan. Het hangt af van de hoge, lage of zeer lage temperatuur van het warmtenet, maar ook of een leiding ‘langs zij ligt’ of wordt gekruist. De uitkomst is nu vertaald naar landelijke afspraken met Energie Nederland. Het uitgangspunt is dat warmtenetten en drinkwaterleidingen 1,5 meter uit elkaar liggen, met de mogelijkheid om voor een beperkt deel tot 1 meter afstand uit elkaar te liggen. Dit laatste is nodig omdat de afspraken zowel veilig als toepasbaar moeten zijn in de praktijk. 

Regie vanuit gemeenten nodig 

De beschikbare ruimte voor de (ondergrondse) aanleg van nieuwe infrastructuur is beperkt, dit zal ook steeds meer invloed hebben op bestaande netwerken. Deze drukte in de ondiepe ondergrond moet in goede banen worden geleid. Netbeheerders, waaronder de drinkwaterbedrijven, kunnen dit niet alleen. Zij hebben gemeenten nodig om hierop regie te voeren. Met name bij de inrichting, het beheer en toezicht op het gebruik van de ondiepe ondergrond is het van groot belang dat gemeenten hierin een regierol pakken. 

Convenant met pilot 

Gemeente Leiden doet dit al jaren. Samen met Liander heeft Dunea een convenant ondertekend om de samenwerking voort te zetten, met daarbij een pilot voor ordening in de ondergrond. In de VKLS-proef wordt ‘een rek’ getest waarin kabels en leidingen op een vaste plek liggen, met vaste afstanden tot elkaar. Voor water moet dit dus anderhalve meter zijn tot warmte-infra, mocht die ook in ‘het rek’ komen te liggen. 

Contactpersoon: Eva Aarts, strategisch omgevingsmanager Bodem & Infra a.i.